Verkeersgezondheid is het begrip dat de Fietsersbond het laatste jaar graag naar voren schuift als het gaat over verkeersveiligheid. Het was het onderwerp van het symposium waarmee Hugo van der Steenhoven op zaterdag 23 januari afscheid nam als directeur van de Fietsersbond. ‘Als je alleen naar de cijfers over verkeersveiligheid kijkt, dan mis je de bijdrage die fietsen levert aan gezond blijven.’
Op het podium kwamen verschillende politici, beleidsmakers en wetenschappers die zich moesten uitspreken over soms erg ingewikkeld geformuleerde stellingen (‘het is niet per definitie slecht als meer fietsers in het verkeer omkomen’). Felix Cohen, directeur van Veilig Verkeer Nederland, liet zich van zijn fietsvriendelijkste kant zien: ‘Fietsers moeten zich wat minder bescheiden opstellen, fietsers zijn gewoon de baas op de weg’. Hij was ook prettig duidelijk over ingewikkelde stellingen. ‘Meer fietsers die omkomen in het verkeer, dat kunnen we nooit accepteren. Als wij dat al doen, dan is het eind zoek.’ Van der Steenhoven zelf maakte duidelijk dat de fixatie op verkeersveiligheidscijfers in de politiek niet alles is. ‘Ja de helft van de gewonde fietsers is ouder dan 65 jaar, ouderen zijn kwetsbaarder. Maar mensen worden ook ouder omdat ze fietsen en gezonder leven.’ Marjolein de Lange van de afdeling Amsterdam van de Fietsersbond vatte het samen met een oneliner: ‘Beter op de fiets overlijden dan op een stoel voor de televisie.’ Of zoals Peter van der Knaap, directeur van SWOV zei: ‘Het is heel erg verkeersveilig als we met zijn allen thuis blijven zitten.’
Zijn ‘e-bikes een zegen voor de gezondheid’? Elly van Kooten, directeur publieke gezondheid van de gemeente Rotterdam dacht van wel. ‘Ouderen bewegen dankzij de ebike meer.’ Arjan de Bakker van de ANWB zou het saldo van medische kosten en gezondheidskosten weleens willen zien. ‘Dan weet ik het niet’. Van der Steenhoven: ‘Het maakt natuurlijk uit of je overstapt van de auto op de e-bike of van de fiets naar de e-bike.’ Het gevaar van de e-bike relativeerde hij. ‘Mensen op en e-bike rijden gemiddeld even snel als mensen op een gewone fiets, behalve dan die ene spreekwoordelijke 80-er die jou net heeft ingehaald.’
Daarna waren de politici aan de beurt waaronder Kamerlid Duco Hoogland van de PvdA en de wethouders van Utrecht (Lot van Hooijdonk), Rotterdam (Pex Langenberg) en Zwolle (Flip van As). Luchtkwaliteit kwam ter sprake. Van Hooijdonk werd wel eens wat geïrriteerd over alle aandacht voor verkeerveiligheid van het rijk, ‘terwijl we wel weten dat er ook mensen dood gaan aan slechte lucht’.
Pex Langenberg vertelde over de initiatieven in Rotterdam om het fietsen een boost te geven, zoals een applausmachine op de Erasmusbrug voor de fietsers die deze best wel steile helling bedwongen en een verkeerslichtenregeling met regensensor waardoor fietsers bij neerslag eerder groen krijgen. Langenberg gaf toe dat, voor dat laatste snufje niet helemaal het juiste kruispunt was uitgekozen, want het was volop in de krant wegens de files die dat opleverde. Maar ook Rotterdam wil tegenwoordig fietsstad worden, ‘in 2018.’ Van Hooijdonk: ‘Dat is dan toch een verschil met Utrecht. Wij willen Fietsstad in 2016 worden en als we bij regen fietsers groen kunnen geven doen we dat bij zonneschijn ook.’
Ook de zelfsturende auto kwam aan bod. Van Hooijdonk werd heel opstandig van ‘dit nieuwe speeltje in Den Haag.’ ‘Het grote gevaar dat ik zie is dat mensen die nu niet kunnen rijden, straks in een zelfrijdende auto stappen, waardoor de openbare ruimte die we met zoveel moeite aan het teruggeven zijn aan mensen, straks weer door de auto wordt ingepikt.’’ Van As zag die zelfrijdende auto’s toch vooral op de snelwegen. Peter van der Knaap van de SWOV dacht ook dat het in de stad niks wordt. ‘In de stad geldt toch de Amsterdamse fietsregel, “ik zit op een fiets en dus heb ik voorrang”. Je begrijpt: die auto gaat dan stoppen en komt nooit meer weg.’
Na zijn benoeming tot het eerste lid van verdienste van de Fietsersbond, door voorzitter Alexandra van Huffelen, was het tijd voor de afscheidsspeech van Van der Steenhoven. Hij wees er op dat Nederland dan wel het fietsland van de wereld is (‘oké in Kopenhagen wordt ook nog een beetje gefietst’), maar dat ook in Nederland nog altijd twee derde van alle ritten tot 7,5 kilometer met de auto worden gedaan. Kortom, ‘er is nog een wereld te winnen. Laten we zorgen dat over 10 jaar iedereen fietst’. Daarna werd hij door zijn voorganger Bernhard Ensink (nu secretaris-generaal van de European Cyclist Federation) in een bakfiets de zaal uit gereden en begon de receptie.